|
|
· Welkom · Eurasier · Tinker · Welpen Gipsy
11 weken. Gipsy 1,5 jaar. |
1. Hoe ik aan mijn Eurasier gekomen ben. 2. Het karakter
van de Eurasier. 3. Geschiedenis
van het ras. 4. Rassenstandaard. 1. Hoe ik aan mijn Eurasier
gekomen ben.
Nadat ik mijn bastaard Wolfspitz Timber op 17,9 jarige leeftijd moest
laten inslapen ben ik op zoek gegaan naar een hond met een soortgelijk
karakter. Ik wilde graag een rashond hebben en het moest ook een vrouwtje
zijn, jarenlang heb ik bastaardhonden gehad en altijd reuen, een hele
ommekeer dus. In een hondentijdschrift las ik een advertentie van een
Eurasier vereniging en was na het lezen van diverse internetsite‘s er al snel
van overtuigd, dat een Eurasier was wat ik zocht. Nadat mijn besluit vast
stond heeft het nog enige weken geduurd, voordat in maart 2005 Gipsy ons
leven kwam verrijken. Gipsy vom Rahmerbuschfeld is haar volledige naam, ze is geboren op 17
januari 2005, haar moeder is Daphne vom Vierwindehaus en haar vader is
Tolstoy‘s Aiko. Gipsy is een hele vriendelijke, tevreden en energieke hondendame, die
huis en hof samen met haar maatje Tamby goed bewaakt. Op 19 juni 2007 zijn Gipsy’s eerste puppies geboren, 1 reu en 2 teefjes.
Met deze worp hoop ik een begin gemaakt te hebben met een succesvolle fok van
dit fantastische ras, waarbij alle goede eigenschappen van de ouderdieren
doorgegeven worden. 2. Het karakter van de Eurasier.
Het karakter van de Eurasier is rustig, vriendelijk, weloverwogen,
stressbestendig, vrolijk en aanhankelijk aan zijn eigen mensen. Deze vrolijke, levenslustige honden laten zich niet snel uit het veld
slaan, ze blijven rustig in de meest vreemde en voor hun vaak onbekende
situaties, ze rennen niet kwispelend op vreemde mensen af, maar benaderen ze
ook niet onvriendelijk. Ze laten zich over het algemeen niet graag door
onbekenden aanhalen, ze negeren
dergelijke pogingen door onverstoord verder te lopen. Het zijn goede wakers
van huis en hof, maar zijn over het algemeen niet blafferig. Ze kunnen soms heel eigengereid zijn, maar als je daar op een rustige
manier mee omgaat, laat dat gedrag zich in goede banen leiden. De Eurasier is heel graag bij zijn mensen, de hele dag alleen thuis is
niets voor deze honden, het zijn beslist geen kennelhonden, ze hebben nogal
wat beweging nodig, ze passen zich makkelijk aan of je nu in de stad woont of
buitenaf zolang hij maar bij zijn familie is hij tevreden. Een verblijf in kleine tot zeer kleine ruimtes is niets voor een
Eurasier. Het verblijf in een bench, zelfs voor zeer korte tijd, is voor dit
ras niet toegestaan. Mochten er opvoedingsproblemen zijn dan laten deze zich
door het verblijf in een bench niet corrigeren. Met een liefdevolle, rustige en consequente opvoeding is het een ideale
gezinshond en begeleider. 3. Hoe het Eurasier
ras tot stand gekomen is.
Een heel klein stukje geschiedenis. De Eurasier is een Duits hondenras. De eerste worp was in 1960 in
Weinheim aan de Bergstrasse. De grondlegger van het ras was Julius Wipfel. De uitgangsrassen waren de Wolfspitz (middelgrote Duitse grauwe keeshond)
en de Chow-Chow. Later heeft men daar de Samojeed ingekruist. Het ras dat in eerste instantie Wolf-Chow heette, werd met de erkenning
door de VDH en het FCI in het jaar 1973 omgedoopt tot „Eurasier“. Deze naam verwijst naar de herkomst van de uitgangsrassen, Europa
(Wolfspitz) en Azië (de Chowchow en de Samojeed). Men heeft in dit nieuwe ras
de goede eigenschappen van de zeer oude, oorspronkelijke uitgangsrassen
vastgelegd. 4. Rassenstandaard.
De Eurasier is een harmonisch gebouwde,
middelgrote, keesachtige hond met
staande oren, in verschillende kleuren rood, wolfsgrijs, zwart of
zwart met aftekeningen. Over zijn hele lichaam heeft hij dik onderhaar en matig lang dekhaar. Zijn snuit, gezicht, oren en de voorkant van zijn poten zijn kortharig. Zijn staart, achterkant van voor- en achterpoten zijn met lang haar
bedekt. Zijn schedel is harmonisch, niet te breed, van boven en van opzij gezien
wigvormig. Zijn lippen en neus zijn zwart gepigmenteerd, het gebit is krachtig,
gezond en voltallig (42 tanden). De ogen zijn donker, middelgroot, met strak aanliggende zwart
gepigmenteerde oogleden. De lengte van zijn romp is iets meer dan zijn schofthoogte bij
middelzware lichaamsbouw. Zijn staart is borstelig behaard en wordt naar voren over de rug, licht
zijwaarts gebogen of gerold gedragen. De Eurasier heeft een ruim naar voren gericht gangwerk, met een goede
stuwkracht. De reuen hebben een schofthoogte tussen de 52-60 cm en een gewicht tussen
de 23-32 kg. De teven hebben een schofthoogte tussen de 48-56 cm en een gewicht tussen
de 18-26 kg. De vacht is zelfreinigend, als de hond droog is valt het zand eraf, veel
borstelen tussen de verhaarperiodes in is niet goed voor de ondervacht, een
tot twee keer in de week borstelen is dan genoeg, tijdens de verhaarperiodes
moet dit uiteraard vaker gebeuren. De wol is geschikt om te spinnen. Lees FCI-Standard NO 291 für Eurasier voor een volledige rasbeschrijving. Te vinden in Ratgeber für Eurasierfreunde, een uitgave van Eurasier Klub. “Leven zonder hond is een vergissing”
- Carl Zuckmayer Startpagina | Welkom | Voorstellen | Eurasier | Tinker | Welpen | Japanse Spitz | Contact & links | Gastenboek | E mail Kristi | |